Language/Spanish/Grammar/Demonstrative-Adjectives/nl
Demonstratieve bijvoeglijke naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les zul je de demonstratieve bijvoeglijke naamwoorden 'este', 'ese' en 'aquel' leren. Deze woorden worden gebruikt om naar bepaalde objecten of personen te verwijzen. Demonstratieve bijvoeglijke naamwoorden geven de nabijheid, afstand of van het spreker aan.
'Este'[bewerken | brontekst bewerken]
'Este' wordt gebruikt om te verwijzen naar objecten of personen die zich dichtbij de spreker bevinden.
Spaans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
este libro | 'este lee-bro' | dit boek |
'Ese'[bewerken | brontekst bewerken]
'Ese' wordt gebruikt om te verwijzen naar objecten of personen die zich dicht bij de luisteraar bevinden.
Spaans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
ese coche | 'ese koch-e' | die auto (dicht bij jou) |
'Aquel'[bewerken | brontekst bewerken]
'Aquel' wordt gebruikt om te verwijzen naar objecten of personen die zich ver van zowel de spreker als de luisteraar bevinden.
Spaans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
aquel árbol | 'akwel ar-bol' | die boom (ver weg) |
Belangrijk om op te merken is dat 'este', 'ese' en 'aquel' moeten overeenkomen met het geslacht en enkelvoud/meervoud van het daaropvolgende zelfstandig naamwoord.
- Este gato - Dit katten (mannelijk)
- Esta casa - Dit huis (vrouwelijk)
- Estos libros - Deze boeken (meervoud)
- Esas niñas - Die meisjes (meervoud)
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Vertaal de volgende zinnen van Spaans naar Nederlands.
- Ese lápiz es de María.
- Este coche es mío.
- Aquellos libros son interesantes.
- Esas sillas son muy cómodas.
Oplossingen
- Die potlood is van Maria.
- Deze auto is van mij.
- Die boeken zijn interessant.
- Die stoelen zijn erg comfortabel.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Volledige 0 tot A1 Spaanse cursus → Grammatica → Wederkerende Werkwoorden
- Complete 0 tot A1 Spaanse Cursus → Grammatica → Onderwerp Voornaamwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Het Spaanse Alfabet en Uitspraak
- Volledige cursus 0 tot A1 → Grammatica → Bepaalde en Onbepaalde Lidwoorden
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd Werkwoorden
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Ser en Estar
- 0 to A1 Course
- Por vs Para
- Complete 0 tot A1 Spaans Cursus → Grammatica → Directe Object Pronouns
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Complete 0 tot A1 Spaanse Cursus → Grammatica → Indirecte Object Voornaamwoorden