Language/Italian/Grammar/Passato-Prossimo/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Italian-polyglot-club.jpg
ItaliaansGrammaticaComplete 0 tot A1 Italiaanse CursusPassato Prossimo

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Welkom bij de les over de Passato Prossimo in het Italiaans! In deze les leer je hoe je de Passato Prossimo vervoegt en gebruikt, zodat je verhalen kunt vertellen over gebeurtenissen in het verleden. Deze les is geschikt voor complete beginners op weg naar een niveau A1 in het Italiaans.

Passato Prossimo[bewerken | brontekst bewerken]

De Passato Prossimo is een verleden tijd die wordt gebruikt om te verwijzen naar concrete acties die een specifieke tijd hebben gehad en nu voorbij zijn. Het wordt vaak gebruikt om over verleden gebeurtenissen te spreken, zoals wat je gisteren hebt gedaan of waar je op vakantie bent geweest.

Om de Passato Prossimo te vormen, hebben we twee delen nodig:

  • Het hulpwerkwoord "avere" of "essere" (afhankelijk van het werkwoord dat we willen vervoegen)
  • Het voltooid deelwoord van het werkwoord
      1. Passato Prossimo met "avere"

De meeste werkwoorden gebruiken het hulpwerkwoord "avere". Laten we eens kijken naar het vervoegen van de Passato Prossimo met "avere" met het werkwoord "parlare" (spreken):

Italiaans Uitspraak Nederlands
Ho parlato /ɔ parˈlaːto/ Ik heb gesproken
Hai parlato /ai parˈlaːto/ Jij hebt gesproken
Ha parlato /a parˈlaːto/ Hij/Zij heeft gesproken
Abbiamo parlato /abˈbjaːmo parˈlaːto/ Wij hebben gesproken
Avete parlato /aˈveːte parˈlaːto/ Jullie hebben gesproken
Hanno parlato /ˈanːo parˈlaːto/ Zij hebben gesproken
      1. Passato Prossimo met "essere"

Sommige werkwoorden gebruiken het hulpwerkwoord "essere" in plaats van "avere". Hieronder zie je een lijst van de meest gebruikte werkwoorden:

  • Andare (gaan)
  • Arrivare (aankomen)
  • Diventare (worden)
  • Essere (zijn)
  • Morire (sterven)
  • Nascere (geboren worden)
  • Partire (vertrekken)
  • Restare (blijven)
  • Ritornare (terugkomen)
  • Stare (zijn, blijven)
  • Venire (komen)

Laten we eens kijken naar het vervoegen van de Passato Prossimo met "essere" met het werkwoord "andare" (gaan):

Italiaans Uitspraak Nederlands
Sono andato/a /ˈsono anˈdaːto/ /ˈsono anˈdaːta/ Ik ben gegaan
Sei andato/a /ˌseɪ anˈdaːto/ /ˌseɪ anˈdaːta/ Jij bent gegaan
È andato/a /ˈɛ anˈdaːto/ /ˈɛ anˈdaːta/ Hij/Zij is gegaan
Siamo andati/e /sj'aːmo anˈdaːti/ /sj'aːmo anˈdaːte/ Wij zijn gegaan
Siete andati/e /sj'ɛːte anˈdaːti/ /sj'ɛːte anˈdaːte/ Jullie zijn gegaan
Sono andati/e /ˈsono anˈdaːti/ /ˈsono anˈdaːte/ Zij zijn gegaan
    1. Gebruik van de Passato Prossimo

Je kunt de Passato Prossimo gebruiken om over het verleden te spreken, zoals over wat je gisteren hebt gedaan of over een vakantie die je afgelopen zomer hebt gehad. De Passato Prossimo wordt gebruikt wanneer het belangrijk is om te laten zien wanneer een actie plaatsvond en wanneer deze eindigde.

Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Oggi ho fatto colazione alle 7. (Vandaag heb ik om 7 uur ontbeten.)
  • Sabato sera ho visto un film bellissimo. (Zaterdagavond heb ik een mooie film gezien.)
  • Siamo stati a Roma l'anno scorso. (We zijn vorig jaar in Rome geweest.)

Oefenen[bewerken | brontekst bewerken]

Laten we nu wat oefenen met het vervoegen van de Passato Prossimo! Vul de ontbrekende vormen in.

Italiaans Uitspraak Nederlands
Ho ____ (leggere) /ɔ/ Ik heb gelezen
Hai ____ (mangiare) /ai/ Jij hebt gegeten
È ____ (studiare) /ɛ/ Hij/Zij heeft gestudeerd
Abbiamo ____ (viaggiare) /abˈbjaːmo/ Wij hebben gereisd
Avete ____ (scrivere) /aˈveːte/ Jullie hebben geschreven
Hanno ____ (parlare) /ˈanːo/ Zij hebben gesproken

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

Geweldig gedaan! In deze les heb je geleerd hoe je de Passato Prossimo vervoegt en gebruikt om over verleden gebeurtenissen te praten. Door de Passato Prossimo te kennen, kun je praten over wat er is gebeurd en verhalen vertellen over je avonturen. Blijf oefenen en veel succes met het leren van het Italiaans!

Inhoudsopgave - Italiaanse Cursus - 0 tot A1[brontekst bewerken]

Introductie tot de Italiaanse Taal


Dagelijkse Uitdrukkingen


Italiaanse Cultuur en Traditie


Vervoeging in de Verleden en Toekomst


Sociaal en Werk Leven


Italiaanse Literatuur en Film


Onbepaalde en Gebiedende Wijs


Wetenschap en Technologie


Italiaanse Politiek en Samenleving


Samenstelling van Tijden


Kunst en Design


Italiaanse Taal en Dialecten


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson