Language/German/Grammar/Descriptive-Adjectives/nl
Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Welkom bij de les "Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden". In deze les leer je hoe je bijvoeglijke naamwoorden gebruikt om mensen, voorwerpen en situaties te beschrijven.
Wat zijn beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden?[bewerken | brontekst bewerken]
Beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die worden gebruikt om een persoon, voorwerp of situatie te beschrijven. Ze worden meestal vóór het zelfstandig naamwoord geplaatst en vertellen ons meer over hun kenmerken. Bijvoorbeeld: "De rode auto" of "De vriendelijke vrouw".
Vorming van beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden in het Duits[bewerken | brontekst bewerken]
In het Duits worden beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden gevormd door een uitgang toe te voegen aan het einde van het woord. De uitgang die wordt gebruikt, is afhankelijk van het geslacht, het aantal en de naamval van het zelfstandig naamwoord waarnaar het bijvoeglijk naamwoord verwijst. Hieronder vind je enkele voorbeelden:
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
der rote Apfel | [de:r ˈroːtə ˈʔapfəl] | de rode appel |
das kleine Haus | [das ˈklainə haʊs] | het kleine huis |
die netten Leute | [di: ˈnɛtn̩ ˈlɔʏtə] | de aardige mensen |
Overeenstemming van beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden moeten in geslacht, aantal en naamval overeenkomen met het zelfstandig naamwoord waarnaar ze verwijzen. In bijzondere gevallen, zoals bij het gebruik van bepaalde lidwoorden en voornaamwoorden, kan dit anders zijn. Hier zijn enkele voorbeelden:
Zelfstandig naamwoord is mannelijk[bewerken | brontekst bewerken]
- Der schöne Mann. (De knappe man.)
- Der rote Apfel. (De rode appel.)
- Der grüne Stuhl. (De groene stoel.)
Zelfstandig naamwoord is vrouwelijk[bewerken | brontekst bewerken]
- Die nette Frau. (De aardige vrouw.)
- Die kleine Tasche. (De kleine tas.)
- Die rote Rose. (De rode roos.)
Zelfstandig naamwoord is onzijdig[bewerken | brontekst bewerken]
- Das große Haus. (Het grote huis.)
- Das bunte Bild. (Het kleurrijke schilderij.)
- Das schnelle Auto. (De snelle auto.)
Zelfstandig naamwoord is meervoud[bewerken | brontekst bewerken]
- Die netten Leute. (De aardige mensen.)
- Die bunten Blumen. (De kleurrijke bloemen.)
- Die schnellen Züge. (De snelle treinen.)
Bijvoeglijke naamwoorden in vergrotende en overtreffende trap[bewerken | brontekst bewerken]
In het Duits kunnen bijvoeglijke naamwoorden ook worden gebruikt in de vergrotende en overtreffende trap om gradaties van kwaliteiten aan te duiden. Dit wordt meestal gedaan door het toevoegen van uitgangen aan het einde van het bijvoeglijk naamwoord. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Klein - kleiner - am kleinsten (klein - kleiner - kleinste)
- Groß - größer - am größten (groot - groter - grootste)
- Schnell - schneller - am schnellsten (snel - sneller - snelste)
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
- Schrijf vijf zinnen met beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden in het Duits.
- Schrijf vijf zinnen met bijvoeglijke naamwoorden in vergrotende of overtreffende trap in het Duits.
Einde van de Les[bewerken | brontekst bewerken]
Gefeliciteerd! Je hebt zojuist geleerd hoe je beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden in het Duits kunt gebruiken. Ga zo door en oefen regelmatig om je vaardigheden te verbeteren!
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Geslacht en Artikelen
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Praten over verplichtingen
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Expressing Abilities
- 0 to A1 Course